Verklarende woordenlijst Aa tot Con
Aardleiding
Populaire, echter onofficiƫle benaming voor beschermingsleiding, zie beschermingsleiding.
Absorptie
De eigenschap van bepaalde materialen om hierop vallend licht in het materiaal zelf voor een deel om te zetten in een andere vorm van energie, vooral warmte.
Absorptiefactor
De verhouding van de geabsorbeerde lichtstroom tot de opvallende lichtstroom.
Accentverlichting
Wijze van verlichten, waarbij een klein deel of delen van de omgeving in veel sterkere mate wordt of worden verlicht dan de rest.
Accommodatie
Aanpassingsvermogen van het oog om scherp waar te kunnen nemen op verschillende afstanden tot het oog.
Adaptatie
Aanpassingsvermogen van het oog op zowel een lichte als een donkere omgeving.
Adapter
Elektrisch toestel (voorschakelapparaat):
1. Deze is voorzien van een lampvoet met schroefdraad en van een lamphouder voor een spaarlamp met een insteeklampvoet. In de adapter is een voorschakelapparaat (meestal elektronisch) opgenomen.
2. Om een verlichtingsarmatuur direct aan een spanningsrail te bevestigen.
Additieve kleurmenging
Menging van verschillende kleuren licht (licht van verschillende golflengten).
Afschermhoek
Hoek tussen het verticale vlak door een armatuur en de richting waarin de lamp(en) en delen van de armatuur met een grote helderheid juist niet meer zichtbaar zijn.
Volgens NEN 1890: afschermhoek (van een armatuur) = de hoek tussen de horizontaal en de kijkrichting van waaruit de lamp(en) juist niet meer kan (kunnen) worden waargenomen.
Algemene verlichting (basisverlichting)
Een verlichtingssysteem of -armaturen waarmee een ruimte volgens bepaalde eisen met betrekking tot verlichtingsniveau en gelijkmatigheid wordt verlicht.
ANSI-code
Code volgens de American National Standards Institute waarmee voor wat betreft verlichting laagspanningshalogeenlampen met metalen reflector of koudlichtspiegel kunnen zijn aangeduid.
Apparaatstekker of toestelcontactstop
Contactstop in een zodanige uitvoering, dat deze alleen in een contactdoos kan worden gestoken, zoals deze in elektrische apparatuur zijn opgenomen.
Armatuur
Behuizing voor een of meer lampen, die afhankelijk van de uitvoering kan worden gebruikt voor algemene, plaatselijke of decoratieve verlichting. Om het energieverbruik zo beperkt mogelijk te houden moet er bij elke toepassing naar worden gestreefd armaturen te gebruiken die het licht zo direct mogelijk op de te verlichten plaats brengen.
Axiale gloeidraad
Gloeidraad, die in de lengterichting van een lamp met buisvormige ballon is geplaatst.
Basisverlichting
Algemene verlichting, zie basisverlichting.
Behoudfactor
De verhouding van de verlichtingssterkte op een bepaalde plaats na een bepaalde gebruiksperiode en de verlichtingssterkte in een nieuw vertrek met nieuwe verlichtingsarmaturen en lampen.
Bewegingsmelder
Schakelaar, die door beweging van mensen (en afhankelijk van de uitvoering soms ook van zelfs kleine dieren) de verlichting inschakelt. Als geen bewegingen meer worden gesignaleerd, schakelt de melder de verlichting automatisch direct of na enige tijd uit (soms instelbaar). Er zijn verlichtingsarmaturen in de handel verkrijgbaar waarin een bewegingsmelder is ingebouwd.
Beschermingscontacten
Contacten aan de binnenrand van een wandcontactdoos of aan de buitenrand van een contactstop, die elektrisch verbonden zijn met de zogenaamde beschermingsleiding, vroeger aangeduid als aardleiding (onofficieel ook wel aangeduid als randaarde).
Beschermingsleiding
Populaire benaming "aardleiding"
Beschermingsgraad
De mate waarin verlichtingsarmaturen en elektrisch materiaal zijn beschermd tegen voorwerpen van bepaalde afmetingen of stof ent of tegen water.
Black light
Lamp die fluorescentieverschijnselen op kan wekken, doordat deze hoofdzakelijk langgolvige ultraviolette straling uitzendt.
Blikveld
Het deel van de omgeving, dat met stilstaand hoofd en met bewegende ogen kan worden waargenomen.
Blinde vlek
Heel klein gedeelte in het oog ter plaatse van het netvlies, waar de zenuw vezels
gebundeld doorheen gaan en waardoor met dit gedeelte niets kan worden
waargenomen omdat hier ter plekke geen licht- en kleurgevoelige elementen
aanwezig kunnen zijn.
Brandstand
Toelaatbare stand van de lamp, die normaal alleen wordt aangegeven indien de lamp niet in alle standen normaal kan branden. Brandstandbeperkingen gelden voornamelijk voor (halogeen)-gloeilampen met een lange gloeispiraal en voor een aantal gasontladingslampen.
Buislamp
Gloeilamp met buisvormige ballon.
Bundelbreedte (ook wel stralings- of spreidingshoek genoemd)
De hoek waarbinnen nagenoeg al het door een lamp opgewekte licht wordt uitgestraald.
Burner
Zie capsulelamp.
Candela (cd)
Eenheid van lichtsterkte.
Capsulelamp of burner
Klein halogeenlampje zonder reflector met axiale (verticale) of transversale
gloeidraad (evenwijdig aan onderzijde).
Codering lichtbronnen
Uniforme aanduiding voor lichtbronnen volgens het ZVEI, zie bij ZVEI.
Constantie
Bepaalde aanpassing van de hersenen aan wisselende omstandigheden, voor verlichting bijvoorbeeld met betrekking tot lichtkleur en verlichtingsniveau.
Contactstop
Onofficieel ook wel stekker genoemd.
Elektrisch toestel om een apparaat via een snoer aan te sluiten op het elektrische net door deze in een wandcontactdoos te steken.
Continu spectrum .