Verklarende woordenlijst Con tot Gez
Continu spectrum .
Zichtbare straling van het elektromagnetische spectrum, waarbij alle golflengten in meer of mindere mate aanwezig zijn.
Contrastekker
Onofficiële benaming voor koppelcontactstop, zie koppelcontactstop.
Compacte fluorescentielamp
Fluorescentielamp met kleine afmetingen, waarbij de ontladingsbuis in een compacte vorm is gebogen of de lamp is opgebouwd uit een aantal kleine ontladingsbuisjes, die onderling met elkaar zijn verbonden (zie spaarlamp).
Cool beam - reflector
Reflector, die het door de lamp opgewekte licht naar voren reflecteert, maar de warmtestraling in hoofdzaak naar achteren doorlaat. Bij halogeenreflectorlampen meestal aangeduid als koudlichtspiegel.
Daglichtlamp
Fluorescentielamp met een koele lichtkleur of gloeilamp met een blauwgetinte glasballon, waardoor minder rood licht wordt uitgestraald en het uitgestraalde licht ook een hogere kleurtemperatuur heeft dan een normale gloeilamp.
Damage-factor
Factor, die een maat aangeeft voor de mate waarin bepaalde materialen en
verfstoffen kunnen verkleuren als gevolg van blootstelling aan kunstlicht.
Alle lampen geven in meer of mindere mate ook ultraviolette straling af.
Decoratieve lampen
Lampen, die zowel in- als uitgeschakeld zelf en in combinatie met een armatuur een decoratief element vormen.
Decoratieve spiraallamp
Decoratieve lamp met een spiraalvormige gloeidraad.
Depreciatiefactor
Veel gebruikte, echter minder juiste benaming voor behoudfactor, zie behoudfactor.
Diffuus licht
Licht, dat direct door een matte of opalen lamp of via een groot licht oppervlak naar alle kanten gelijkmatig wordt verdeeld.
Dimmer
Elektrisch of elektronisch apparaat, waarmee de hoeveelheid licht van een lamp kan worden geregeld. Spaarlampen met een lampvoet voorzien van schroefdraad en met een insteeklampvoet met 2 pennen zijn niet regelbaar.
Directe verblinding
Verblinding, die direct ontstaat door een te grote lichtstroom.
Discolamp
Reflectorlamp met transparant gekleurde voorzijde, meestal 80mm diameter en lamphouder E27.
Discontinu spectrum
Licht van een lamp, dat niet is opgebouwd uit alle kleuren van het zichtbare deel van het elektromagnetische spectrum.
Doorlating
Eigenschap van bepaalde materialen licht in meer of mindere mate door te laten.
Doorlaatfactor
De verhouding tussen de doorgelaten lichtstroom tot de opvallende lichtstroom op lichtdoorlatend materiaal.
Double enveiope-lamp
Halogeenlamp, waarvan de glasballon in een andere ballon is opgenomen.
Hierdoor wordt de halogeenlamp tegen inbranden ten gevolge van aanraking met de handen beschermd.
Druipwaterdicht
Beschermd tegen druppelend water.
Drukwaterdicht
Beschermd tegen onderdompeling bij een nader aangeduide druk gedurende een aangegeven tijd.
Eenkneepslamp
Halogeenlamp, waarvan een zijde van de buisvormige ballon is dichtgesmolten en voorzien van een lampvoet.
Elektronische transformator
Elektronisch apparaat, dat in het algemeen de netspanning omzet in een lage spannIng. Ook aangeduid als Step Down Convector.
Elektronisch voorschakelapparaat (e.v.s.a.)
Elektronisch apparaat dat de lampstroom van een gasontladingslamp beperkt, dan is de juiste benaming elektronisch voorschakelapparaat.
Etalagelamp
Buisvormige gloeilamp met lampvoeten aan beide zijden waarvan de glasballon gedeeltelijk voorzien is van een spiegelende laag.
Fitting
De juiste benaming is lamphouder, zie lamphouder.
Flame-lamp
Lamp, waarvan de ballon inwendig is voorzien van een rozeachtige poederlaag, waardoor een zeer warmgetint licht wordt verkregen.
Flood(light)
Aanduiding voor lamp of armatuur met een brede lichtbundel, dan wel grote uitstralingshoek.
Fluorescentie
Eigenschap van een materiaal straling in andere golflengten uit te zenden, dan waarmee het bestraald wordt, bijvoorbeeld door omzetting van ultraviolette straling in zichtbaar licht.
Fluorescentielamp
Gasontladingslamp, waarbij de grotendeels door de gasontlading opgewekte
ultraviolette straling met behulp van fluorescentiepoeders wordt omgezet in
zichtbaar licht (ook officiële algemene benaming voor een tl-lamp).
Gasontladingslamp
Lamp, waarbij elektromagnetische straling wordt opgewekt met behulp van een hierin opgenomen elektrisch geleidend gas, een metaaldamp of een mengsel hiervan.
Gemiddelde levensduur
Levensduur, die een bepaalde lamp soort gemiddeld bereikt (dus 50 % van deze lampen bereikt deze levensduur).
Gele vlek
Zeer klein deel van het netvlies met een zeer grote concentratie van kleurgevoelige elementen.
Gelijkmatigheid
Is de verhouding van de minimale tot de maximale verlichtingssterkte op een vlak of een ruimte. Voor een goede gelijkmatigheid mag deze verhouding niet kleiner zijn dan 0,7.
Gelijkmatigheidindex (g)
Volgens NEN 1890: de verhouding van de kleinste tot de gemiddelde verlichtingssterkte op het werkvlak.
Gesilicateerde gloeilamp
Lamp, die aan de binnenzijde is voorzien van een witte of getinte poederlaag op basis van silicium, voor een zachte, diffuse verdeling van het licht.
Gezichtsscherpte
Vermogen om kleine, dicht bij elkaar liggende objecten afzonderlijk waar te nemen.
Gezichtsveld
Continu spectrum .
Zichtbare straling van het elektromagnetische spectrum, waarbij alle golflengten in meer of mindere mate aanwezig zijn.
Contrastekker
Onofficiële benaming voor koppelcontactstop, zie koppelcontactstop.
Compacte fluorescentielamp
Fluorescentielamp met kleine afmetingen, waarbij de ontladingsbuis in een compacte vorm is gebogen of de lamp is opgebouwd uit een aantal kleine ontladingsbuisjes, die onderling met elkaar zijn verbonden (zie spaarlamp).
Cool beam - reflector
Reflector, die het door de lamp opgewekte licht naar voren reflecteert, maar de warmtestraling in hoofdzaak naar achteren doorlaat. Bij halogeenreflectorlampen meestal aangeduid als koudlichtspiegel.
Daglichtlamp
Fluorescentielamp met een koele lichtkleur of gloeilamp met een blauwgetinte glasballon, waardoor minder rood licht wordt uitgestraald en het uitgestraalde licht ook een hogere kleurtemperatuur heeft dan een normale gloeilamp.
Damage-factor
Factor, die een maat aangeeft voor de mate waarin bepaalde materialen en
verfstoffen kunnen verkleuren als gevolg van blootstelling aan kunstlicht.
Alle lampen geven in meer of mindere mate ook ultraviolette straling af.
Decoratieve lampen
Lampen, die zowel in- als uitgeschakeld zelf en in combinatie met een armatuur een decoratief element vormen.
Decoratieve spiraallamp
Decoratieve lamp met een spiraalvormige gloeidraad.
Depreciatiefactor
Veel gebruikte, echter minder juiste benaming voor behoudfactor, zie behoudfactor.
Diffuus licht
Licht, dat direct door een matte of opalen lamp of via een groot licht oppervlak naar alle kanten gelijkmatig wordt verdeeld.
Dimmer
Elektrisch of elektronisch apparaat, waarmee de hoeveelheid licht van een lamp kan worden geregeld. Spaarlampen met een lampvoet voorzien van schroefdraad en met een insteeklampvoet met 2 pennen zijn niet regelbaar.
Directe verblinding
Verblinding, die direct ontstaat door een te grote lichtstroom.
Discolamp
Reflectorlamp met transparant gekleurde voorzijde, meestal 80mm diameter en lamphouder E27.
Discontinu spectrum
Licht van een lamp, dat niet is opgebouwd uit alle kleuren van het zichtbare deel van het elektromagnetische spectrum.
Doorlating
Eigenschap van bepaalde materialen licht in meer of mindere mate door te laten.
Doorlaatfactor
De verhouding tussen de doorgelaten lichtstroom tot de opvallende lichtstroom op lichtdoorlatend materiaal.
Double enveiope-lamp
Halogeenlamp, waarvan de glasballon in een andere ballon is opgenomen.
Hierdoor wordt de halogeenlamp tegen inbranden ten gevolge van aanraking met de handen beschermd.
Druipwaterdicht
Beschermd tegen druppelend water.
Drukwaterdicht
Beschermd tegen onderdompeling bij een nader aangeduide druk gedurende een aangegeven tijd.
Eenkneepslamp
Halogeenlamp, waarvan een zijde van de buisvormige ballon is dichtgesmolten en voorzien van een lampvoet.
Elektronische transformator
Elektronisch apparaat, dat in het algemeen de netspanning omzet in een lage spannIng. Ook aangeduid als Step Down Convector.
Elektronisch voorschakelapparaat (e.v.s.a.)
Elektronisch apparaat dat de lampstroom van een gasontladingslamp beperkt, dan is de juiste benaming elektronisch voorschakelapparaat.
Etalagelamp
Buisvormige gloeilamp met lampvoeten aan beide zijden waarvan de glasballon gedeeltelijk voorzien is van een spiegelende laag.
Fitting
De juiste benaming is lamphouder, zie lamphouder.
Flame-lamp
Lamp, waarvan de ballon inwendig is voorzien van een rozeachtige poederlaag, waardoor een zeer warmgetint licht wordt verkregen.
Flood(light)
Aanduiding voor lamp of armatuur met een brede lichtbundel, dan wel grote uitstralingshoek.
Fluorescentie
Eigenschap van een materiaal straling in andere golflengten uit te zenden, dan waarmee het bestraald wordt, bijvoorbeeld door omzetting van ultraviolette straling in zichtbaar licht.
Fluorescentielamp
Gasontladingslamp, waarbij de grotendeels door de gasontlading opgewekte
ultraviolette straling met behulp van fluorescentiepoeders wordt omgezet in
zichtbaar licht (ook officiële algemene benaming voor een tl-lamp).
Gasontladingslamp
Lamp, waarbij elektromagnetische straling wordt opgewekt met behulp van een hierin opgenomen elektrisch geleidend gas, een metaaldamp of een mengsel hiervan.
Gemiddelde levensduur
Levensduur, die een bepaalde lamp soort gemiddeld bereikt (dus 50 % van deze lampen bereikt deze levensduur).
Gele vlek
Zeer klein deel van het netvlies met een zeer grote concentratie van kleurgevoelige elementen.
Gelijkmatigheid
Is de verhouding van de minimale tot de maximale verlichtingssterkte op een vlak of een ruimte. Voor een goede gelijkmatigheid mag deze verhouding niet kleiner zijn dan 0,7.
Gelijkmatigheidindex (g)
Volgens NEN 1890: de verhouding van de kleinste tot de gemiddelde verlichtingssterkte op het werkvlak.
Gesilicateerde gloeilamp
Lamp, die aan de binnenzijde is voorzien van een witte of getinte poederlaag op basis van silicium, voor een zachte, diffuse verdeling van het licht.
Gezichtsscherpte
Vermogen om kleine, dicht bij elkaar liggende objecten afzonderlijk waar te nemen.
Gezichtsveld
Continu spectrum .
Zichtbare straling van het elektromagnetische spectrum, waarbij alle golflengten in meer of mindere mate aanwezig zijn.
Contrastekker
Onofficiële benaming voor koppelcontactstop, zie koppelcontactstop.
Compacte fluorescentielamp
Fluorescentielamp met kleine afmetingen, waarbij de ontladingsbuis in een compacte vorm is gebogen of de lamp is opgebouwd uit een aantal kleine ontladingsbuisjes, die onderling met elkaar zijn verbonden (zie spaarlamp).
Cool beam - reflector
Reflector, die het door de lamp opgewekte licht naar voren reflecteert, maar de warmtestraling in hoofdzaak naar achteren doorlaat. Bij halogeenreflectorlampen meestal aangeduid als koudlichtspiegel.
Daglichtlamp
Fluorescentielamp met een koele lichtkleur of gloeilamp met een blauwgetinte glasballon, waardoor minder rood licht wordt uitgestraald en het uitgestraalde licht ook een hogere kleurtemperatuur heeft dan een normale gloeilamp.
Damage-factor
Factor, die een maat aangeeft voor de mate waarin bepaalde materialen en
verfstoffen kunnen verkleuren als gevolg van blootstelling aan kunstlicht.
Alle lampen geven in meer of mindere mate ook ultraviolette straling af.
Decoratieve lampen
Lampen, die zowel in- als uitgeschakeld zelf en in combinatie met een armatuur een decoratief element vormen.
Decoratieve spiraallamp
Decoratieve lamp met een spiraalvormige gloeidraad.
Depreciatiefactor
Veel gebruikte, echter minder juiste benaming voor behoudfactor, zie behoudfactor.
Diffuus licht
Licht, dat direct door een matte of opalen lamp of via een groot licht oppervlak naar alle kanten gelijkmatig wordt verdeeld.
Dimmer
Elektrisch of elektronisch apparaat, waarmee de hoeveelheid licht van een lamp kan worden geregeld. Spaarlampen met een lampvoet voorzien van schroefdraad en met een insteeklampvoet met 2 pennen zijn niet regelbaar.
Directe verblinding
Verblinding, die direct ontstaat door een te grote lichtstroom.
Discolamp
Reflectorlamp met transparant gekleurde voorzijde, meestal 80mm diameter en lamphouder E27.
Discontinu spectrum
Licht van een lamp, dat niet is opgebouwd uit alle kleuren van het zichtbare deel van het elektromagnetische spectrum.
Doorlating
Eigenschap van bepaalde materialen licht in meer of mindere mate door te laten.
Doorlaatfactor
De verhouding tussen de doorgelaten lichtstroom tot de opvallende lichtstroom op lichtdoorlatend materiaal.
Double enveiope-lamp
Halogeenlamp, waarvan de glasballon in een andere ballon is opgenomen.
Hierdoor wordt de halogeenlamp tegen inbranden ten gevolge van aanraking met de handen beschermd.
Druipwaterdicht
Beschermd tegen druppelend water.
Drukwaterdicht
Beschermd tegen onderdompeling bij een nader aangeduide druk gedurende een aangegeven tijd.
Eenkneepslamp
Halogeenlamp, waarvan een zijde van de buisvormige ballon is dichtgesmolten en voorzien van een lampvoet.
Elektronische transformator
Elektronisch apparaat, dat in het algemeen de netspanning omzet in een lage spannIng. Ook aangeduid als Step Down Convector.
Elektronisch voorschakelapparaat (e.v.s.a.)
Elektronisch apparaat dat de lampstroom van een gasontladingslamp beperkt, dan is de juiste benaming elektronisch voorschakelapparaat.
Etalagelamp
Buisvormige gloeilamp met lampvoeten aan beide zijden waarvan de glasballon gedeeltelijk voorzien is van een spiegelende laag.
Fitting
De juiste benaming is lamphouder, zie lamphouder.
Flame-lamp
Lamp, waarvan de ballon inwendig is voorzien van een rozeachtige poederlaag, waardoor een zeer warmgetint licht wordt verkregen.
Flood(light)
Aanduiding voor lamp of armatuur met een brede lichtbundel, dan wel grote uitstralingshoek.
Fluorescentie
Eigenschap van een materiaal straling in andere golflengten uit te zenden, dan waarmee het bestraald wordt, bijvoorbeeld door omzetting van ultraviolette straling in zichtbaar licht.
Fluorescentielamp
Gasontladingslamp, waarbij de grotendeels door de gasontlading opgewekte
ultraviolette straling met behulp van fluorescentiepoeders wordt omgezet in
zichtbaar licht (ook officiële algemene benaming voor een tl-lamp).
Gasontladingslamp
Lamp, waarbij elektromagnetische straling wordt opgewekt met behulp van een hierin opgenomen elektrisch geleidend gas, een metaaldamp of een mengsel hiervan.
Gemiddelde levensduur
Levensduur, die een bepaalde lamp soort gemiddeld bereikt (dus 50 % van deze lampen bereikt deze levensduur).
Gele vlek
Zeer klein deel van het netvlies met een zeer grote concentratie van kleurgevoelige elementen.
Gelijkmatigheid
Is de verhouding van de minimale tot de maximale verlichtingssterkte op een vlak of een ruimte. Voor een goede gelijkmatigheid mag deze verhouding niet kleiner zijn dan 0,7.
Gelijkmatigheidindex (g)
Volgens NEN 1890: de verhouding van de kleinste tot de gemiddelde verlichtingssterkte op het werkvlak.
Gesilicateerde gloeilamp
Lamp, die aan de binnenzijde is voorzien van een witte of getinte poederlaag op basis van silicium, voor een zachte, diffuse verdeling van het licht.
Gezichtsscherpte
Vermogen om kleine, dicht bij elkaar liggende objecten afzonderlijk waar te nemen.
Gezichtsveld